Bloeien op je eigen tijd
Afgelopen weekend was ik even weg van alles.
Een paar dagen in een klooster in Zundert — geen telefoon, geen to-do’s, geen lawaai. Alleen stilte, eenvoud en een dagritme dat al eeuwen hetzelfde is.
Ik ben niet religieus, maar ik vind het mooi om af en toe in zo’n wereld te stappen.
Even loskomen van de buitenwereld, en voelen wat er vanbinnen speelt.
In de stilte kun je heel veel mooie inzichten krijgen.
Of gewoon even pauze. Even mezelf terugtrekken uit het drukke alledaagse leven.
En toen ik thuiskwam, opgeladen en wel, stond daar ineens mijn appelboompje in bloei.
Voor het eerst. In ongeveer tien jaar.
Tien jaar geleden groeide hij uit een appelzaadje.
Niet met een plan, geen tuinproject of symbolisch gebaar. Gewoon — een zaadje uit een vrucht die we ooit samen aten.
Samen met de kinderen geplant, en het begon te groeien.
Langzaam. Eigenwijs. Vol leven.
Onze tuin was eigenlijk helemaal niet geschikt voor een appelboom.
Maar het zaadje werd een boompje. En het boompje werd steeds groter.
Hij staat nog steeds in een pot die eigenlijk veel te klein is.
Zijn wortels hebben zich intussen een weg gezocht, dwars door de tegels heen.
Hij staat zo stevig en vast, dat ik hem niet meer kan verplaatsen zonder de wortels te beschadigen.
Alsof hij zegt: “Beperk mij maar. Ik vind mijn weg wel.”
De katten hebben zijn stam gebruikt als krabpaal.
En de plek waar hij staat?
Niet per se uitnodigend om te groeien.
Geen rijke volle grond, geen ideale omstandigheden.
Maar dat lijkt hem weinig te schelen.
Hij leeft. Hij groeit.
En dit voorjaar — bloesem.
En die bloesem raakte me. Echt.
Want die boom voelt als een spiegel.
Voor alle keren dat ik zelf ben blijven doorgroeien, ook als niemand het zag. Wanneer ik het zelf niet zag.
Voor de momenten dat ik me niet gezien voelde.
Of niet op mijn plek voelde staan.
Voor de keren dat ik er zelf even niet meer in geloofde.
Dat ik me niet goed genoeg voelde.
Voor het vertrouwen dat je mag houden, zelfs als alles om je heen zegt dat het geen zin meer heeft.
Deze appelboom is een herinnering dat bloeien tijd mag kosten.
Dat je niet hoeft te voldoen aan verwachtingen.
Dat je wortels kunt maken, dwars door stenen heen.
En dat jouw kracht niet altijd zichtbaar is — tot je op een dag, ineens, in bloei staat.
Ik schrijf dit omdat we allemaal wel eens vergeten hoe krachtig we eigenlijk zijn.
Dat we denken: “Het lukt me niet meer.”
“Ik ben niet goed genoeg.”
Of: “Iedereen is verder dan ik.”
Of welke gedachte je ook maar klein houdt.
Maar misschien zit jouw bloei gewoon nog even onder de oppervlakte.
Misschien ben je nog aan het wortelen.
En dat is óók groei.
Dus als jij ergens in gelooft — in jezelf, in iets wat nog geen vorm heeft —
blijf dat zaadje water geven.
Zelfs als niemand anders er nog in gelooft.
Soms bloeit er iets, juist als je het niet meer verwacht.



Reactie plaatsen
Reacties
Wat mooi omschreven en wat spreekt er kracht uit 🩷